zondag 27 januari 2013

regen

vanmorgen hoorde ik een geluid
snel stapte ik het warme bed uit
ergens in mijn slaperige brein
begreep ik dat het maar één ding kon zijn

regen, onze korte sneeuw en ijs tijd
raken we zo in een oogwenk kwijt
alles wat er leuk aan was
veranderd in een blubberige plas

op het tafeltje in de tuin
smelt een dikke sneeuwlaag in puin
wat steeds verborgen bleef voor het oog
steekt nu de kopjes weer omhoog

het regent gestaag
de sneeuw kruipt langzaam omlaag
zo trekken ze hun sneeuwkleed uit
zachtjes bij het tikkende geluid


stenen duiven



zaterdag 26 januari 2013

fotootjes

Eindelijk, ik heb een camera van mezelf. We hebben hem vanmorgen gekocht. Snel uitgepakt en klikken maar....


sneeuw in de tuin



Toen de polder in.....


...en als je in Nederland woont, kan er zomaar een molen gespot worden...



En dan weer snel naar huis en lekker aan de thee...


thuis....

Ik ga de komende tijd uitvinden, mag ik hopen, wat dit apparaatje allemaal kan.




donderdag 24 januari 2013

evolutieleer

ach....je hebt hem misschien al eens eerder gezien, maar ik blijf  'm hilarisch vinden


maandag 21 januari 2013

IJzingwekkend...


  De winter is in het land. De wegen waren afgelopen dinsdag zo slecht begaanbaar dat er zo’n 1000 km. file stond. Gelukkig wonen man en ik op een kwartiertje autorijden van ons werk af. We kunnen deze kilometers afleggen over lokale wegen. We behoeven ons niet te wagen aan de, over het algemeen, lange rijen auto’s die zich kruipend over de rijkswegen van dit land tijdens de ochtendspits verplaatsen.
  Fietsen doe ik zo ie zo niet tijdens deze koude periode. Vroeger vond ik dat geen probleem, maar na een memorabele tocht enkele jaren geleden, kies ik voor de vier wielen van onze automobiel.

  Het was een koude ochtend. Mijn adem vormde wolkjes die vrolijk uit mijn mond ontsnapten. Dik ingepakt stapte ik zoals gewoonlijk op mijn fiets om de tocht naar de arbeid te aanvaarden. De voeten stevig op de pedalen en de rug gebogen tegen de wind reed ik in de stralen van het net opkomende zonnetje. Het ging allemaal goed, tot ik bij een bocht in de weg kwam waar een laagje water op leek te zijn bevroren. Ik zag het, en het volgende moment reed ik er al op. De bocht maken was geen optie, dat had ik al snel door. Dan maar rechtuit proberen te rijden, zodat ik de zachte bosjes in kon rijden die mijn eventuele val zouden kunnen breken. Helaas, die bosjes heb ik nooit gehaald.

  Vallen is een aparte ervaring. Het ene moment zit je nog in het zadel, het volgende moment lig je op straat met de fiets naast je. En toch kun je bijna beeld voor beeld de val in je hoofd reconstrueren. Het is een korte film, en toch.....van het ene moment op het andere.....

  Het eerste wat een ieder doet in zo’n geval, is kijken of er asjeblief niemand het heeft gezien. In mijn geval zeker. Het mandje aan het stuur van mijn fiets bevatte mijn tas. Deze vloog nog een paar meter door over het spekgladde oppervlak en wat ik niet meer wist, er zat ook nog een lege wijnfles in mijn mandje. Helemaal vergeten, die had ik de dag ervoor naar de glasbak moeten brengen. De lege fles rolde rinkelend achter de tas aan. Een toevallige voorbijganger zou niet anders kunnen denken. Een dronkelap die onderuit gaat en zijn kostbare lading verliest. En dat terwijl er in ons gezin slechts enkele malen per jaar een flesje ‘meester’ wordt gemaakt. Maar gelukkig, die vernedering werd mij bespaard. Snel krabbelde ik overeind. Mijn arm deed ontzettend zeer. Gelukkig kon ik hem wel buigen, dus gebroken was hij niet. Je begrijpt dat het huilen me nader stond dat het lachen. Er zat niets anders op. Fiets overeind, tas en fles in de mand en fietsen maar weer. 

  Toch heeft deze gebeurtenis zijn sporen achtergelaten. Fietsen in het winterweer doe ik zelden meer. Manlief moedigde mij soms wel aan en reed dan vaderlijk achter mij aan over het besneeuwde fietspad door de polder. Krampachtig fietste ik, gesteund door zijn aanmoedigingen. Uiteindelijk paste ik ervoor. 

de polder bedekt met sneeuw 
de houten bruggen glinsterend berijpt
de sloten gevuld met ijs 
prachtig in de winter gevangen

warm ingepakt en met de radio aan 
glijdt dit alles langs mijn mobiele autoraam  



maandag 14 januari 2013

'onze reus'


  Onze reus is weg. Oké, hij was wel niet onze reus, maar hij voelde als onze reus.

  Jaren stond hij bijna gecentraliseerd in ons buurtje in de achtertuin van een bejaarde man. De man is niet meer. Het huis is leeggehaald, maar zijn boom was er nog. 

  Wij weten nog dat hij kwam. Een steeltje van misschien een metertje hoog. Kleine takjes prijkten bovenin zijn stammetje. Maar kleine boompjes worden groot. Zijn stam torende rijkelijk voorbij onze daken. Zijn takken reikten ver over de grenzen van het smalle tuintje.

  Vele generaties mussen hebben reeds gewoond in zijn takken. Duiven vonden er een goed heenkomen. Keken wij door ons achterraam, dan waanden wij ons in andere oorden. Een grote groene weelde was ons deel. 

  Maar de meningen over de boom waren verdeeld. Kijk, wij zaten aan de ‘loef’ zijde van de boom. Dat wil in dit geval zeggen, dat de schaduwen, die hij in steeds grotere mate wierp, ons niet deerden. De buurtbewoners die aan de ‘lij’ zijde van de boom woonden, zagen zijn groene weelde slechts als een zwarte vlek die hun zon liet verbleken. Het moge duidelijk zijn dat, nu zijn ‘plantvader’ is overleden, hij hem spoedig zou moeten gaan volgen. De geruchten gonsden al. 

  Ik hoor de gemotoriseerde zagen. Zij splijten de stilte en vernietigen de boom. Zijn trotse takken worden door de brandgang gesleept, richting..ja waarheen...waarschijnlijk het vuurpeloton. Een waardig einde voor deze houten rakker. Moge zijn takken nog éénmaal geborgenheid bieden. Moge hij branden in een gezellige huiskamer. Flikkerend opgaan in een warme gloed.

  De tijd snelt voorbij. De takken van de boom overspannen 25 jaar. Een kwart eeuw geschiedenis sterft een beetje......

ashes to ashes, dust to dust!
voor de één een weemoedig afscheid...
voor de ander het einde van de schaduwlast...