vrijdag 10 januari 2014

goochelen

  Vroeger, toen ik nog kind was en dat is lang geleden, hadden we van het bedrijf waar mijn vader werkte een Sinterklaasfeest. In de kantine van de toenmalig florerende werf Verolme werd het gevierd. Het filmpje dat mijn ogen hebben opgenomen als kind speelt zich af voor mijn geestesoog. Slechts enkele malen opgenomen, maar helder speelt het zich af. 
  
  Je jas ging in de garderobe, waar zich ook toiletten en een grote ronde wasbak bevond. Dan moest je enkele trappen oplopen en kwam je in een zaal. Voorin was het podium en snel zocht je een plekje op één van de stoelen die in rijen waren opgesteld. Ik ging nooit vooraan. Veel te bang dat het oog van de Sint op mij zou vallen. Liever ergens tussenin. Onopvallend. Ik ben gelukkig nooit op het podium gevraagd. Nooit op de schoot van de Sint belandt. Later hoorde ik dat ouders hun kinderen op konden geven. Mijn moeder vond dit helemaal niets. De angst die je als kind zou kunnen ervaren als je naam zo zou klinken door de zaal vond zij geen goed idee. Het werd me bespaard, er werd over me gewaakt door een bezorgde moeder. 

  Er was dan ook altijd een act. Een clown of een goochelaar. Goochelen het intrigeerde me. En nog steeds. Ik zou wel assistent willen zijn bij zo’n act. Zo nieuwsgierig hoe dat zit? Assistent, zo’n pakje en dat het dan ook nog staat, en zo’n prachtige vloed aan haren. (Helaas ook illusie. Leven op sla en elke maand nieuwe extentions.)

  Laatst was er een intervieuw met Hans Klok op de televisie. Die acts van hem, die suspence acts. Het is allemaal illusie. Je weet het en toch intrigeert het. Het idee dat je als assistent alles weet werd tijdens dat gesprek echte illusie. Hans koopt die acts en past ze aan. Zet ze naar zijn hand. Gebruikt zijn eigen middelen en creativiteit en maakt het zo origineel. De assistent weet echter alleen het gedeelte wat voor haar van belang is. Zo ook de man van het licht, de decorbouwer, de geluidsman de...noem het maar op. Niemand van het gezelschap weet alles, behalve Hans. Het gevaar van uitlekken is te groot. En voor dat kleine deeltje wat voor hen van belang is, moeten ze ook nog eens tekenen. Een geheimhoudings contract.

  Zo is het met engelen natuurlijk niet. Zij hoeven niets te tekenen. Ze zijn op een bepaalde manier net zo onwetend als wij. Alleen wanneer ze hun stem moeten gebruiken, wanneer ze nodig zijn. Hetzij voor licht, hetzij voor geluid, hetzij voor timmerwerk, krijgen ze een beetje inzicht. 


  Engelen zijn dat wat ze zijn. Prachtig, maar slechts dienaren van de Hoogste God.