dinsdag 23 februari 2016

Dijk van een verhaal 23-02-2016


 


 
Busje komt zo….
 

Ons dorp is verbonden met de rest van de wereld middels 2 busdiensten. Rotterdam/Utrecht en een sneldienst Alblasserdam/Dordrecht Centraal en dat natuurlijk vice versa. De bussen rijden ons dorp binnen bij de eerste stoep, dat is een afrit van de dijk. Ik licht dit maar even toe. Het begrip ‘stoep’ schijnt streekgebonden te zijn.

Nu wil het geval dat door de dijkverzwaring deze eerste stoep is afgesloten. Vraag me niet waarom, maar niet meer dan 20 meter vóór de stoep is de dijk afgesloten en wordt het verkeer omgeleid. Door deze afsluiting van de normale route rijdt de bus weer, zoals vroeger, als een boemeltje over de dijk en bij een volgende stoep gaat hij nog een klein stukje het dorp in. Er zijn diverse tijdelijke haltes gemaakt en als ik mijn wandeling maak passeer ik een gemengde groep reizigers. Jongeren met rugtassen vol kennis en verder vooral oudere mensen. De ouderen rondkijkend in de wereld, de jongeren turend op hun mobieltjes.  

Zo loop ik op een ochtend de straat uit en zie zoals gewoonlijk een groep jongelui staan bij de tijdelijke bushalte onder aan de derde stoep. Ik loop de dijk op en bij het oude gemeentehuis passeer ik een ouder echtpaar, wachtend op de bus. Ik ken hen goed. Ze zitten altijd vlakbij mij in de kerk.
Als een goede dorpse burger groet ik hen met een vrolijk “Goedemorgen!”
“Goedemorgen!” Klinkt het beleefde antwoord.
Ik loop verder en na een enkele stap te hebben gedaan hoor ik achter mij de man vragen aan zijn vrouw:  “Weet jij wie dat is?” Ik vermoed dat ze haar schouders ophaalt en ik hoor haar antwoord: “Nee, geen idee!”  “Nou ik ook niet!” zegt de man. Dit alles net even te hard. Het is uiteraard niet de bedoeling dat ik dit privé gesprek hoor. Ik lach in mezelf. Zo herkenbaar.
 

Eén van onze moeders had daar ook zo’n handje van. Eens in een chique restaurant noemde ze de zeer correcte en voorbeeldige ober een ‘zallefie’ en de haute cuisine hapjes ‘liflafjes’. Alles ook net iets te dichtbij en net iets te hard. De rest van ons had het liefst onder tafel gekropen. Van schaamte maar uiteraard ook van de lach. En na een financieel gesprek bij de bank, met een uit de kluiten gewassen employee, zei ze terwijl ze in de auto stapte: “Wat een grote vent hè.” De man stond nog in de deuropening en we sisten beiden…”sssjjjj!”…  , maar er was eigenlijk geen redden meer aan….Even was ik in gedachten verzonken. Ik kijk op en de dijk strekt zich voor me uit.
 

Bij de volgende stoep staan drie dames bij de halte en wanneer ik ongeveer 10 minuten later op de terugweg weer langs loop staan ze er nog steeds. Ik zeg: “Je kunt net zo goed gaan lopen geloof ik!” De dames knikken instemmend. De bus is in geen velden of wegen te zien. Verderop heeft het oudere echtpaar er de brui aan gegeven. De halte ligt er verlaten bij. Maar de groep scholieren onderaan de dijk heeft de moed nog niet opgegeven en wacht af. Wanneer ik een half uur later op de fiets langsrij, staan ze er nog steeds. Met hun vingers wrijvend over hun beeldschermpjes. Als waren het glazen bollen met een venster naar de buitenwereld en ik zing zachtjes voor me uit: “busje komt zo…busje komt zo….”
 
 

Geen opmerkingen:

Een reactie posten