Heb ik in een vorig blog de loftrompet geblazen over mijn drie katten, moet ik vandaag toch ook een tipje van de negatieve sluier oplichten.
Ik kamp nog steeds met een vervelende hoest. Nadat ik mij ter rustte heb gelegd begint de keel weer zijn aandacht op te eisen. Eénmaal met mijn hoofd op het kussen lijkt al mijn gevoel zich te concentreren op dit kleine lichaamsdeel. Na een korte nachtrust ontwaak ik om ca. 2.00 uur en begin opnieuw te hoesten. Uiteindelijk ben ik het geblaf zat en besluit even naar beneden te gaan en een kopje thee met honing voor mezelf in elkaar te flansen.
Wanneer ik de kamer binnenkom staan daar al twee slaperige broederlijke koppies op me te wachten. Ze horen me natuurlijk aankomen en denken: “Hé, is het nu al morgen?” De derde en wat oudere kat piept met zijn kop boven een kartonnen doos uit, een restant van de boodschappen van gisteren, die hij zich heeft toegeëigend. Het duurt vervolgens niet lang of het echte circus begint. De oude heer wil zo nodig naar buiten en de twee broertjes krijgen nachtelijke energie en zitten elkaar luidruchtig achterna. Kijk, dit alles bij elkaar houdt mij meestal tegen om uit bed te gaan. Katten hebben geen horloge om. Hun innerlijke klok gaat volledig met de realiteit aan de haal bij zo’n ongewone actie van hun vrouwtje. Hun realiteit is: vrouwtje beneden...ochtend!
We zijn inmiddels een kwartier verder. De thee staat op temperatuur te komen, broertjes rennen nog steeds door de kamer en de oude heer probeert nog steeds al rond paraderend mij naar de achterdeur te lokken en mauwt, zacht doch dringend, als een terzijde geschoven muurbloempje.
De thee is na een half uurtje op en de ogen worden zwaar. De drie viervoeters hebben inmiddels een nieuwe slaapplaats ingenomen en het wordt tijd om weer naar bed te gaan.
En eh..katten, ik zou ze toch echt niet willen missen.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten